Liftlat: Deze hobby brengt magische ervaringen!
- Erik de Vlieger
- 17 jun
- 5 minuten om te lezen

AMERONGEN-Hij zag de noodoproep voor de werving van bestuursleden en besloot eens een KNVvL-ledenvergadering bij te wonen. De urgentie werd wel duidelijk en dus meldde hij zich spontaan aan voor de rol van voorzitter.
We ontmoeten Mark in zijn huis in het buitengebied van Amerongen, waar de rivier de Nederrijn bij hoog water “vrij spel” heeft. Soms betekent dat natte voeten, maar Mark houdt van avontuur – liefst wel enigszins gecontroleerd, als het even kan.
We leggen Mark graag langs onze Liftlat, om hem beter te leren kennen en te ontdekken wat hem drijft om zich voor onze club in te zetten.
Mark:“Zo’n vereniging doet van alles voor piloten: brevetten, veiligheid, het magazine, online video’s… Daar heb ik natuurlijk jarenlang van geprofiteerd. En toen die noodkreet kwam voor bestuurstleden, dacht ik: ik heb bestuurlijke ervaring, dus laat ik wat terugdoen voor de afdeling Paragliden.”
Mark werkte 13 jaar lang als organisatieadviseur bij een groot adviesbureau, later vier jaar in de directie van een verzekeraar en sinds 2005 als adviseur strategie en innovatie in de gezondheidszorg. Hoewel hij zich niet echt verveelt, kiest hij nu bewust voor het leveren van een bijdrage aan de vliegvereniging.
“Ik ben nog nooit voorzitter geweest van een vereniging met leden. Dat is nieuw voor mij. Maar we gaan het samen doen, met de leden en het nu weer voltallige bestuur.”
Zijn belangrijkste speerpunt is veiligheid. “Ik zie regelmatig online die filmpjes waarin het mis gaat – veiligheid is echt belangrijk. Het blijft een risicosport. Op je stoel zitten is veiliger. Voorlichting over veiligheid is in onze sport cruciaal.”
Lieren heeft hij nog nooit gedaan. “Ik kies het liefst de hoge bergen. Heb er geen behoefte aan gehad.” Mijn uitnodiging om toch een te komen lieren, neemt hij echter graag aan.
Mark de lange: Voorzitter KNVvL afdeling Paragliding
Leeftijd: 59 jaar
Beroep: Organisatieadviseur
Vliegvereniging: Overal
Woonachtig: Amerongen
Wanneer begonnen met vliegen?
“In 2000. Ik ging vroeger vaak wandelen in de bergen van Oostenrijk met mijn ouders. We zagen daar op een gegeven moment deltavliegers omhoog cirkelen. Dat wilde ik ook. Maar het heeft wel even geduurd voor het zover was. Toen mijn vriendin haar studie haalde, gaf ik haar een paraglidingcursus cadeau. Win-win. Deltavliegen leek me te veel gedoe met al die buizen. We kozen een school in Bach, in het Lechtal, met 800 meter hoogteverschil. We hadden nul wind op de oefenheuvel, dus je moest keihard lopen met die oefenschermen van toen. Maar van de eerste echte vlucht heb ik meteen enorm genoten. Het was fantastisch – ik was verkocht.”
Hoe vaak vlieg je?
“Zo’n vier weken per jaar. Om het echt goed onder de knie te krijgen is dat eigenlijk te weinig. Ik blijf eigenlijk altijd een beginnende vlieger. Verwacht dan ook geen spannende dingen van mij – gewoon een leuke vlucht maken vind ik prima. Meestal vlieg ik samen met Renate, mijn vriendin, en dat is altijd gezellig. Onze laatste week was in Colombia met Action Paragliding. Alleen liep Renate daar een blessure op bij de landing, dus dat was even pech.”
Mooiste vlucht?
“Zuid-Afrika, ook met Action Paragliding. We kregen een uitgebreide uitleg, maar ik zat niet echt op te letten, omdat iedereen zei dat het heel lastig was op die plek. Niet voor mij weggelegd, dacht ik. Dat worden een korte vlucht. Dat liep echter anders. Ik kon eerste prima de ridge volgen, maar had geen idee waar nou toch die struisvogelfarm zat, waar je absoluut niet mocht landen. En op een gegeven moment kwam ik wel erg laag te zitten. Gelukkig wist ik mij daaruit te redden en werd het uiteindelijk een vlucht van ruim 40 km. Ik had nooit gedacht dat ik dat kon op zo’n lastige stek. Het bereiken van die afstand en de obstakels onderweg maakte het een prachtig avontuur.”
Langste vlucht?
“50 km in Colombia, een paar jaar geleden. Maar ik had dat helemaal niet door. Ik hoefde niks te doen, vloog met de wind mee, de wolken hielden me hoog. Terugkomen lukte helaas niet. Later heb ik mijn vario uitgelezen – ik had drie uur gevlogen.
Grootste angstmoment?
“Dat zijn er twee. In Slovenië kwam ik een keer niet meer naar beneden. Alles droeg in het dal. Mijn afdaaltechniek was onvoldoende. Uiteindelijk vond ik een plek aan de lei-zijde van de berg en ben ik met veel moeite – oren, draaien – naar beneden gekomen. Dat was nog niet één van de twee echte angstmomenten, maar wel reden voor het doen van SIV-training. Ik wilde goed leren steilspiralen. Tijdens de SIV-training ging het mis bij de laatste steilspiraal. Volgens instructie moest ik tegensturen om de spiraal uit te leiden, maar ik kreeg hem er niet uit. Het scherm lockte. Om niet op het water te klappen, stak ik mijn armen vooruit. Het scherm schoot naar voren en ik keek van boven in mijn scherm. Ik viel naar beneden vlak voor de rand van mijn scherm, precies tussen de lijnen door en ik vloog weer. Dat had echt fout kunnen aflopen. Ik landde gecontroleerd in het water en werd direct uit het meer gehaald. Later hoorde ik dat bij mijn type scherm al twee ervaren piloten met steilspiralen waren neergestort. Ik heb het direct ingeruild.
Nummer twee was in Saint Vincent Les Forts, Frankrijk. Superdruk was het toen daar. Het was niet eens mogelijk dat iedereen zich aan de vliegregels hield. Ik vloog met meerdere piloten naast elkaar – uitwijken lukt dan niet. Een Franse piloot vloog boven me, draaide, en raakte met zijn benen verward in mijn scherm. Het scherm klapte in, na vijf seconden klapte het weer open, en ik kon doorvliegen. Maar daar heb ik echt nachten van wakker gelegen. Toch ben ik de volgende dag weer gaan vliegen – met trillende knieën en al. Daarom doe ik geen gekke dingen. Veiligheid voorop.”
Favoriete vliegstek?
“Friuli Gemona in Italië, boven Venetië richting Villach. Niet te druk, mooie startplekken, prachtige natuur, lekker eten en goede wijn.”
Favoriete scherm?
“Een favoriet heb ik niet echt. Ik vlieg met een oudje: de Swing Sensis, EN-B, al 11 jaar oud. De prestaties lopen inmiddels wel wat achter. Dus misschien toch maar eens oriënteren op wat nieuws”
Favoriete harnas?
“Een zitharnas, Swing Connect Light. Geen schuim, maar een airback – lekker compact. Ook al 16 jaar oud. Ik zit er nog prima in, waarom zou ik iets anders nemen?”
Overige uitrusting?
“Weinig. Ik zag een filmpje op Liftparagliding over vliegen in de wolken. Dat is uiteraard niet de bedoeling, maar als het toch gebeurt dan was een analoog kompas handig. Dus zo’n klein bolletje heb ik gekocht – dat is mijn laatste ‘grote’ investering. En daarnaast een radio en een vario. Geen idee wat voor vario. Hij piept goed, maar ik zet hem vaak bewust uit. Ik wil op gevoel vliegen, niet luisteren naar vario-piepjes. Al die andere poespas heb ik niet nodig.”
Welk gevoel brengt paragliding?
“Vrijheid. En het dwingt me om met niets anders bezig te zijn. Mijn werk gaat altijd door – ook in vakanties. Zelfs tijdens wandelen blijft mijn hoofd vaak malen. Bij vliegen is daar geen ruimte voor. Dan ben ik echt weg van alles. Daarom wil ik het liefst op de eerste dag na de reis al vliegen – dan gaat mijn hoofd meteen op vakantie. Je komt ook op unieke plekken. Tijdens en trip met Inferno in Marokko stond ik ’s nachts vroeg op omdat ik het koud had. Ik klom een duin op en zag eerst een ongelooflijke sterrenhemel en later de zon boven de woestijnduinen opkomen. En vliegen boven Rio de Janeiro en daar landen op het strand was ook erg bijzonder. Deze hobby brengt echt magische ervaringen.”
Wat is je vliegdoel nog?
“Ooit een langere vlucht maken, bijvoorbeeld 100 km. Maar het belangrijkste blijft: lekker vliegen.”
Wat is je tip aan andere piloten?
“Als je net als ik niet al te vaak vliegt: wees voorzichtig. Liever veilig beneden dan een prestatie neerzetten met risico’s.”