Instructeursopleiding begonnen
- Jaap le Poole
- 14 feb 2024
- 2 minuten om te lezen
Iedereen weet nog wel wie zijn instructeurs en hulp instructeurs waren tijdens de paraglidingcursus. De instructieteam is voor paragliders in spé de toegangspoort tot een mooie sport. Sommige leerlingen doen een cursus alleen voor een vakantie (‘Dat heb ik altijd al 'es willen proberen’). Voor anderen wordt paragliding een sport waar ze een leven lang avonturen mee beleven. De instructeur zorgt, met hulp van de hulp instructeurs, de scholen en de KNVvL, voor de basis waarmee elke leerling zijn droom kan realiseren. Eind januari begonnen vijf ervaren paragliders aan de instructeursopleiding.
Je gelooft het bijna niet, maar twintig jaar geleden kon je instructeur worden als de schooleigenaar je goed genoeg vond. That’s it.
Dat is inmiddels anders. Het werd op een gegeven moment duidelijk dat de sport veiliger gemaakt moest worden. Piloten moesten beter en veiliger leren vliegen. Instructeurs hadden betere instrumenten nodig om cursisten goed op te leiden. Om dat te bereiken heeft de KNVvL met hulp van het NOC/NSF het huidige opleidingssysteem voor instructeurs op poten gezet.

Instructeur worden gaat nu ongeveer zo. Je doet eerst ervaring op als hulp-instructeur, en je zorgt dat je het B3 brevet haalt. Dan vraag je een paraglidingschool jouw aanmelding te ondersteunen, als een soort filter aan de poort van de opleiding zeg maar. Dan kan je aan de instructeursopleiding beginnen.
Het programma dat je volgt, met de competenties die je aanleert, zijn opgesteld volgens de NOC/NSF-normen (zie voor meer info deze webpagina van de NOC-NSF, zoek op ‘Instructeur niveau 3’). Het komt erop neer dat je vooral leert hoe de cursisten zoveel mogelijk kunnen leren. Dat doe je niet door zoveel mogelijk kennis bij de cursisten naar binnen te pompen. Dat is de valkuil van veel ervaren vliegers: ze vertellen je graag alles wat ze weten. De opleiding gaat ook niet alleen over paragliding. Het gaat over hoe mensen leren vliegen. Paragliden moet je al kunnen om tot de opleiding toegelaten te worden.
De opleiding bestaat uit 5 lesdagen waarna je 25 dagen stage loopt bij twee scholen. Van die stagedagen maak je verslagen. De verslagen zijn essentieel voor je ontwikkeling naar instructeur, want daarmee reflecteer je op wat je die dag hebt gedaan, hoe het is gegaan en wat je ervan geleerd hebt. Goede zelfkennis, je bewust zijn van wat jij zelf nog wil leren om een goede instructeur te worden, is belangrijk om uiteindelijk echt die goede instructeur te worden.
De nieuwe instructeurs in opleiding krijgen les van professionals uit de krijgsmacht, het bedrijfsleven, een specialist in sportopleidingen van het NOC/NSF én natuurlijk de scholen waar ze ervaring opdoen. Niet de minsten dus. Aangezien de opleiding de deelnemers maar een paar honderd euro kost (de KNVvL betaalt mee) kan je gerust zeggen dat ze voor een prikkie een mooie opleiding krijgen, met steun van de KNVvL en de scholen.
Een als ze eenmaal klaar zijn met de opleiding kunnen zij als instructeur de dromen van nieuwe cursisten waar maken.






